Hoe herken je een cavia met een blaasontsteking?
Piept jouw cavia (regelmatig) met het plassen, dan kan het dier een blaasontsteking hebben. Soms tilt een cavia ook het achterwerk een beetje op bij het plassen. Bij twijfel: probeer het dier een tijdje te observeren. Film eventueel afwijkend gedrag met jouw telefoon, zodat je het bij het bezoek aan de dierenarts kunt laten zien. Ook gewichtverlies zonder andere duidelijke klachten, kan een symptoom zijn van een blaasontsteking.
Symptomen: Piepen bij het plassen, achterwerk optillen, (onverklaard) afvallen.
Hoe kan de dierenarts een blaasontsteking vaststellen?
Jouw dierenarts kan in de urine van jouw cavia onderzoeken of er sprake is van een blaasontsteking. Dat doet de dokter met behulp van een urinestrip, die aangeeft of er bloed in de urine zit. Een blaasontsteking kan spontaan ontstaan, maar kan ook het gevolg zijn van een blaassteen, die in de blaas of urinewegen (vast)zit. Ook kan het bloed in de urine duiden op een steen in de blaas of urinewegen, zonder dat er sprake is van een blaasontsteking.
Omdat een steen een oorzaak kan zijn (met name bij beren), is het belangrijk om uit te sluiten dat jouw cavia blaassteen heeft. De dierenarts kan dit beoordelen aan de hand van een röntgenfoto, liefst in combinatie met een echo (omdat bepaalde stenen beter zichtbaar zijn met echografie). Het maken en beoordelen van echografie is geen standaard techniek, waarover iedere dierenarts beschikt. Het kan zijn dat je dan met jouw cavia wordt doorverwezen. Veelal volstaat een röntgenfoto.
Diagnostiek: Lichamelijk onderzoek, urine-onderzoek (strip en/of kweek) en röntgenfoto (uitsluiten van blaassteen), eventueel echografie.
Wat kan de dierenarts voor jouw cavia doen?
Voor de pijn kan de dierenarts een pijnstiller voorschrijven en voor het bestrijden van de infectie is een antibioticum nodig.
Er zijn verschillende soorten antibiotica. Niet alle soorten zijn trouwens geschikt voor het bestrijden van bacteriën in de blaas.
Indien er binnen enkele dagen na het starten van het antibioticum onvoldoende herstel optreedt, is het belangrijk dat de cavia een ander antibioticum krijgt. Soms zal de dierenarts voorstellen om een kweek van de urine te laten maken, om te kijken welk antibioticum het meest geschikt is.
Behandeling: Antibiotica én pijnstiller (liefst paracetamol).
Belangrijk: Voor een blaasontsteking is Sulfatrim de aangewezen eerste keuze (vanuit wetgeving). Maar eigenlijk is het niet het beste middel voor cavia’s. Cavia’s hebben namelijk een zeer snelle stofwisseling, waardoor met dit type antibioticum geen effectieve medicijnspiegel wordt bereikt. Deze effectieve spiegel is nodig om de bacterie goed te kunnen bestrijden. Het verklaart mogelijk ook waarom na het gebruik van dit antibioticum de infectie vaak weer terugkomt. En erger: er ontstaat resistentie voor dit type antibioticum.
Het antibioticum nitrofurantoïne past beter bij de snelle stofwisseling van de cavia. Het gebruik van dit middel sluit daardoor ook beter aan bij verstandig antibiotica-gebruik. Nitrofurantoïne is een zogenaamd humaan-middel en daar zijn voor het gebruik in de diergeneeskunde voorwaarden aan verbonden. Een dierenarts zal daarom meestal eerst een kweek maken om te bekijken of dit antibioticum de bacterie, die de infectie veroorzaakt, wel kan bestrijden, voordat je een recept meekrijgt. Bij hevige infecties kan de dierenarts besluiten al een recept voor het antibioticum mee te geven en een kweek te maken.
Wat kun je zelf doen?
1. Controleer of je de juiste medicatie hebt meegekregen (antibioticum en pijnstiller). Vervolgens is het belangrijk dat je de medicatie volgens de aanwijzingen van jouw dierenarts aan de cavia geeft. Kies vaste momenten waarop je de medicatie geeft, sla geen dag over en maak de kuur helemaal af.
Wordt het erger of verslechterd jouw cavia voordat de kuur is afgerond, neem dan zo spoedig mogelijk contact op met de dierenarts.
2. Aan het einde van de kuur is het raadzaam de urine nogmaals te controleren of dit door de dierenarts te laten doen met een urinestrip. Dit doe je om zeker te weten dat de infectie echt weg is, want indien er te vroeg wordt gestopt met de behandeling keert de infectie vaak weer terug. Het kan zelfs zijn dat een terugkerende infectie moeilijker te bestrijden is.
3. (Langdurig gebruik van) antibiotica kan helaas ook invloed hebben op belangrijke bacteriën in de cavia, met name de darmflora kan verstoord raken. Wanneer jouw cavia zachte poep krijgt, kun je met tarwegraspap en/of een papje van keutels van een gezonde cavia ondersteuning bieden. Lees er meer over op de pagina over probiotica.
4. Is jouw cavia gevoelig voor blaasproblemen? Misschien dat aanpassingen in de voeding dan kunnen helpen. Voor cavia’s met terugkerende blaasontstekingen wordt een graanvrije brok aanbevolen.
Veel nitraat in de voeding kan leiden tot meer calciumuitscheiding via de urinewegen. Calciumuitscheiding herken je aan witte plekken in het verblijf van jouw dier. Dit is blaasgruis, ook wel sludge genoemd. Die witte kristallen kunnen de blaaswand irriteren. Naast irritatie en pijn geeft blaasgruis ook een verhoogd risico op (terugkerende) blaasontstekingen en het ontstaan van blaassteen. Je verlaagt het ziekterisico door nitraatarme groenten aan te bieden en nitraatrijke groenten sterk te minderen of helemaal weg te laten. Welke dat zijn, lees je op de groenten en fruitlijst op deze website.
VERANTWOORDING
In de diergeneeskunde kan niet altijd geput worden uit grote klinische studies, waarin veel dieren zijn onderzocht. Nieuwe inzichten in diagnose en behandeling kunnen voortkomen uit: bestaande wetenschappelijke kennis, resultaten uit medisch onderzoek (proefdieronderzoek), specifiek diergeneeskundig onderzoek en ervaringen uit de dierenartspraktijk. Ook kan een methode of behandeling gebaseerd zijn op een combinatie van wetenschappelijke onderbouwde argumentatie t.a.v. een onderwerp en klinische ervaring uit de praktijk, een zogenaamde ‘expert opinion’.
WETENSCHAPPELIJKE REFERENTIES
Betreffende de nitraat-hypothese:
JongUn Lee, ‘Nitric Oxide in the Kidney: Its Physiological Role and Pathophysiological Implications’, Electrolyte Blood Press: 6(1): 27–34 (2008).
Eva Stoffels, BVSC, DVM, PhD. ‘Lower Urinary Tract Disease in Guinea Pigs as it Relates to Nutrition‘, gepresenteerd tijdens Exoticscon 2022, Session #2594, September 2022.
Betreffende blaassteen:
Edell AS, Vella DG, Sheen JC, Carotenuto SE, McKee T, Bergman PJ, ‘Retrospective analysis of risk factors, clinical features, and prognostic indicators for urolithiasis in guinea pigs: 158 cases (2009-2019)’, J Am Vet Med Assoc. 3:1-6. (2022).
Deze pagina is voor het laatst bijgewerkt op: 26-7-2022